Zendeling James Hudson Taylor schrijft vanuit China aan zijn jongste zusje in Engeland, die net van school komt. Hij waarschuwt haar voor gevaren, zoals het lezen van romans:

Er is één ding waartegen ik je in het bijzonder wil waarschuwen, één van de grote vloeken, geloof ik, van onze tijd: het lezen van een roman. Als jij je geest en ziel op waarde schat, vermijdt het dan zoals je een gevaarlijke slang zou vermijden. Ik kan je niet vertellen wat ik er voor over zou hebben als ik sommige romans die ik heb gelezen, kon vergeten, en hun invloed uit mijn geheugen kon wissen.
Vast geloof ik, hoewel sommigen het zullen ontkennen, dat geen christen ooit zonder schade romans heeft gelezen of zal lezen; erg grote schade zelfs wanneer je een vermaak krijgt in deze gewoonte. Het is als drugsverslaving, het veroorzaakt dat je er meer naar verlangt. Betere boeken worden ongelezen gelaten, en niemand kan het kwaad berekenen dat eruit voortkomt. Weinigen, geloof ik, kunnen eerlijk Gods zegen vragen op het lezen van een roman, en weinigen zullen durven beweren dat zij ze lazen tot eer van God. De enige veiligheid ligt hierin, dat je ze ontwijkt als één van satans meest gemene listen.

Overgenomen uit: 'De Catechisant', 18e jaargang, nr. 10, oktober 2009, pag. 14.