Van een bejaarde boerenvrouw -> Jong geleerd, oud gedaan
Ik kwam bij een zeer bejaarde boerenvrouw. Zij was geheel stijf van het rhematiek, vooral aan de handen, zodat zij geen boek kon houden in der handen en ook niet alleen kon eten. Daar de haren den gehelen dag veel te arbeiden hadden, lag zij meest alleen en eenzaam op haar bed. Toen ik haar eens vroeg of haar de tijd niet lang viel, was het antwoord:Eucharius Kundig, uit zijn aantekeningen over zijn ziekenbezoeken.
"De tijd duurt mij nooit lang, ik ben het liefste alleen, want alles wat ik in mijn jeugd geleerd heb kan ik nog van buiten.
Vandaag heb ik geschiedenis, dan ga ik in gedachten den ganschen Bijbelsche geschiedenis door, van Adam tot op Christus den Heere.
Morgen heb ik Catechismusdag en denk over het Avondmaal na. Ik zeg de vragen hardop van den eersten tot den laatsten en denk over alles wat den Dominê ons daarvan geleerd heeft.
Dan heb ik den dag der gezangen, dan zeg ik al de gezangen op die ik van buiten heb geleerd en zing er enkelen van.
Dan begin ik weer met de geschiedenis, en zo kom ik altijd tijd te kort."Het meeste klagen de bejaarden over het afnemen van hun geheugen.