Isaäc Ambrosius over het zoeken naar een vrouw

Te trouwen in den Heere, en dan kuysch en eerbaar te leven in de Echten staat, op datter zy een heylig zaadt, opdat zy nu in den Heere mag trouwen.
1. Laat Godtvruchtigheydt de bewegende oorzaak zijn van zijne genegenheydt; en de bevalligheydt des persoons, het geslachte, en het houwlijks-goedt alleen zijn als een troostelijk toeval, dat in de tweede plaats in de bedenkinge komt; Christendom en genade is de voornaamste gouden schakel en edele band die de magt en voorbaat heeft van de houwlijksband minlijk en bestendig te maken.
2. Laat hem den Troon der genade met vuurigheydt des gebeds verzoeken; eene goede huysvrouw is een meer onvermiddelijke gave Godts: dit heeft Salomon doen zeggen, huys en goed is een erve van de Vaderen, maar eene verstandige Vrouw is van den Heere, Prov. 19: vers 14. Om zulken ongemeen en kostelijk juweel moet men aan Godts genade-stoel bidden met een ongemeene gedurigheyd en yver, en zoo zy van Godts hand door den gebeden verkregen wordt, zoo zal hy duyzendmaal meer zoetigheydt en troost vinden, dan of zy hem door een (al)gemeene voorzienigheydt toegeworpen wiert.
3. Laat hem in zijne verkiezingen letten op deze zes punten: 1. Op de goede geruchte die zy heeft; 2. Op haar gezichte1; 3. Sprake; 4. Kleedinge; 5. Hare kameraads; 6. Haar opvoedinge. Deze zijn als de pols, die de bekwaamheydt en Godtvruchtigheydt van een persoon toonen, die hy behoorde te trouwen.

Uit: 'De eerste, middelste en laetste dingen' door Isaäc Ambrosius; de middelste dingen, het tiende hooft-stuk, tweede verdeylinge Van de voorbereydinge tot Huysplichten.

1 Het woord 'gezicht' heeft vele betekenissen. Ambrosius zal hier vast niet het uiterlijk van de vrouw bedoelen.